Derde CD van Martin kreeg een goede recensie in het Nederlands Dagblad:
…Interessant is dat Oei is gefascineerd door de fortepiano en graag op dit instrument speelt…Sprankelend, omstuimig, en dan soms weer verstild pianospel, mooi ruimtelijk opgenomen in de Zeeuwse Concertzaal in Middelburg.(Roel Sikkema)
Vóór mij ligt de derde CD van de pianist Martin Oei. Op 14-jarige leeftijd verscheen zijn CD-debuut en dat viel duidelijk in de smaak. Op de tweede schijf bespeelt hij een 20ste eeuwse Bösendorfer (2012), en op de recentste uitgave klinkt er een Rosenberger fortepiano uit 1800. Alle uitgaven vertonen interessante overeenkomsten met o.m. de eerste uitvoering van Ludwig van Beethovens Fantasia Sonata in D. In drie jaar tijd staat Martin met zijn niet alledaagse pianovertolking al in de schijnwerpers. Deze drie CD’s vormen een belangrijke graadmeter in zijn pianistische loopbaan. Prettig ware het wel als tracks en tijdsduur voortaan op de hoesjes staan, evenals een uitbreiding naar 80 min. speeltijd, inplaats 58 min.; want dat is aan de magere kant!
De voorliefde voor historische klavierinstrumenten kan men in Martins vertolking van de Mozart- en Beethoven-sonates duidelijk horen! Ook de transparante klank van de fortepiano maakt dat Beethovens Fantasia in D ritmischer klinkt dan Oei’s vertolking op de 20ste eeuwse Bösendorfer. In dit driedelige jeugdwerk (1792) mis ik enige speelvisie van de uitvoerder; mijn indruk is dat aan diepgang en stijlexpressie nog kan worden gewerkt. Musicoloog Cees Nieuwenhuizen tekende voor de reconstructies van Beethovens Fantasia Sonate alsook de 11 slotmaten van Mozarts Fantasia in d mineur. De onstuimige vertolking van de Pathétique Sonate nr. 8 vind ik verdedigbaar en Mozarts KV 397 sprak mij aan door het legato spel van de pianist.
Jammer dat Mozarts sonate in A mineur te gehaast klinkt, waardoor de schoonheid van melodische lijnen wordt overspeeld. Dit was zeker niet Mozarts bedoeling geweest! Daarom een welgemeend advies: luister vooral naar klaviermeesters die tevens musicologische kennis in huis hebben. Zij doen meestal recht aan de authentieke uitvoeringseisen op historische instrumenten. Nog een suggestie: de minder gekende klaviercomposities van Russische toondichters opnemen, dit laatste wel in nauwe samenwerking met een docent. Hiermee zou deze pianist in Nederland pionierswerk kunnen verrichten. Het kan ook als een klein eerbetoon worden gezien aan zijn docente Jelena Bazova, die zelf voortkomt uit de Russische pianoschool. Zij begeleidt Martin Oei al vele jaren naast andere pianotalenten aan het Fontys Conservatorium van Tilburg. Conclusie: Martins eerste fortepiano-CD krijgt al ruime aandacht bij Radio 4. Kortom: het beluisteren van deze CD is zeker de moeite waard!
Pieter Vis